Was de piercing tijdens het genezen twee keer per dag met een milde ongeparfumeerde zeep. Dep hem vervolgens droog met een schone handdoek of tissue. Houd de piercing de rest van de dag zo droog mogelijk.
Let daarnaast tijdens het genezingsproces op het volgende:
1) raak de piercing zo min mogelijk aan;
2) smeer geen zalf op de wond en druppel er geen ontsmettingsmiddelen op zoals Sterilon of Betadine;
3) zorg dat er geen haarspray, gel of andere producten in de buurt van een oorpiercing komen;
4) draag geen pleisters over de piercing (alleen tijdelijk tijdens het sporten);
5) draag geen strakke of vuile kleding over de piercing;
6) vermijd (bubbel)baden, zwembaden, sauna's en stoombaden;
7) verwijder de piercing nooit zelf. Let bij een orale piercing ook op het volgende:
8) vermijd kussen en orale seks tijdens het genezingsproces;
9) poets regelmatig de tanden, bij voorkeur met een tandpasta op basis van zoutoplossing, en gebruik zo nodig mondwater op basis van een chloorhexidineoplossing.
Let op: de huid rondom je piercing kan direct na het piercen rood worden en flink opzwellen. Dit is normaal. Maar neem contact op met de huisarts als:
- je je zorgen maakt over de genezing;
- je binnen een paar dagen na het zetten van de piercing ziek wordt of koorts krijgt;
- lichamelijke klachten zoals jeuk en roodheid binnen 48 uur na het zetten niet afgenomen zijn;
- je 24 uur na het zetten ineens nieuwe klachten krijgt, of de klachten verergeren;
- je de piercing wilt verwijderen tijdens het genezingsproces (bijvoorbeeld vanwege klachten of uitgroei- of afstotingsverschijnselen).